Overzicht

Klant: Hogeronderwijsinstellingen
Periode:
Contactpersoon: Jules Warps


Soortgelijke onderzoeken:

Stagetekorten op het hbo

Lees dit onderzoek

IELS – International Early Learning and Child Well-being Study

Lees dit onderzoek

Macromonitor NPO MBO HBO

Lees dit onderzoek

Veiligheidsmonitor po/vo

Lees dit onderzoek

Monitor en evaluatie van Sterk Techniekonderwijs in het vmbo 2018-2024

Lees dit onderzoek

Evaluatie studiekeuzecheck voor instellingen


Naast het landelijke onderzoek naar de studiekeuzecheck, heeft ResearchNed ook voor verschillende afzonderlijke instellingen hun studiekeuzecheck geëvalueerd. Dat kan met een mix aan kwalitatieve en kwantitatieve instrumenten, afhankelijk van de voorkeuren, doelen en onderzoeksvragen van de instelling.

De kernvraag bij een evaluatie is of met de studiekeuzecheck de gestelde doelen worden bereikt. Andere onderzoeks­vragen kunnen bijvoorbeeld zijn of er nevenopbrengsten zijn, of de kosten en opbrengsten met elkaar in balans zijn, of bepaalde elementen in de gekozen aanpak van de studiekeuzecheck meer of minder effect hebben, of bepaalde doelgroepen meer of minder baat hebben, en of er alternatieven voor de opzet kunnen worden overwogen.

Doorgaans is in ieder geval desk research onderdeel van het onderzoek: het bestuderen van beleidsstukken en eigen onderzoek van de hogeschool of universiteit. Wat waren de oorspronkelijke doelen en veronderstelde mechanismen achter de studiekeuzecheck? Welke opbrengsten of verbanden heeft de instelling zelf kunnen constateren? Enquêtes onder bijvoorbeeld studenten en docenten zijn in de evaluatie uiteraard mogelijk maar toch minder gebruikelijk, omdat hogescholen en universiteiten meestal zelf al uitgebreid de ervaringen en oordelen op deze manier hebben gevolgd. Vaker zijn interviews en focusgroepen onderdeel van de evaluatie, om meer diepgaand ervaringen met uitvoering en opbrengsten en de visie op de studiekeuzecheck te inventariseren bij verschillende betrokkenen (beleidsmakers, studenten, docenten, voorlichters, aansluitingscoördinatoren, etc.). De meeste aandacht ten slotte gaat doorgaans uit naar het kwantitatieve deel van het onderzoek: op basis van administratiegegevens en eventuele monitorgegevens van de instelling wordt met multilevelanalyse getoetst of er verbanden kunnen worden gevonden tussen gegevens rondom aanmelding en studiekeuzecheck (deelname skc-activiteiten, skc-advies), studentkenmerken (bv. vooropleiding, leeftijd, geslacht, vo-cijfers, voorlichtinggebruik) en verschillende maten voor studiesucces (behaalde studiepunten, BSA, propedeuserendement, doorstuderen na eerste en tweede jaar, etc.).